Harm Klifman interviewt juryvoorzitter Patrick Davidson over verkiezing Managementboek van het Jaar 2022.
Lezen om te kiezen
Hoe leid je een jury die uit 200 boeken uiteindelijk één absolute winnaar moet selecteren? En is dat winnende ook het boek dat je meeneemt op vakantie? Patrick Davidson is de bevlogen voorzitter van de jury Managementboek van het jaar 2022. Hij vertelt hoe dat werkt, zo’n jury én welke roman van meetaf zijn professionele houding bepaalde.
In het dagelijks leven is Patrick Davidson eigenaar van adviesbureau betterday “Mijn dagelijks werk is het begeleiden van teams en organisaties bij het ontwikkelen van een visie, het vertalen van die visie naar gerichte actie (innovatie) en onderweg het ontwikkelen van teams on the job (teaming).Het voorzitterschap van de jury doe ik er dit jaar bij. Met plezier.”
Wat maakt dat je in de jury belandt?
Het begon met een belletje van Pierre Pieterse, de hoofdredacteur van Managementboek Magazine. ‘Jij leest veel en je schrijft ook wel eens een boek. (Patrick schreef onder meer Werkvuur, hk) Heb je zin om in de jury te zitten?’
En dus zit ik nu voor het tweede jaar in de jury. Ik lees inderdaad veel, vooral non-fictie. Zowel buitenlandse vakliteratuur als Nederlandse managementboeken. Het helpt me om voorop te lopen. Het gaat me om de trends, de ontwikkelingen in het vak. De VS loopt vaak een jaar of twee, drie voor op Europa. Daar ligt mijn referentie.
Hoe werkt dat, zo’n jury?
Er verschijnen zo’n 200 managementboeken per jaar in Nederland. We zijn met z’n zessen en lezen zoveel mogelijk. Die boeken verschijnen niet op hetzelfde moment maar in de loop van het jaar.
Onze eerste zorg is die 200 terug te brengen tot een longlist van 52 boeken. We hanteren daarvoor een beoordelingssysteem met zeven criteria. Daar scoren we elk boek op. Het allerbelangrijkste criterium dat daarbij komt is: beïnvloedt dit boek het denken en doen van de lezer? Heeft het echt impact? Die gesprekken over de inhoud en impact van een boek maken het jureren echt waardevol.
En ja, natuurlijk hebben we het over hoe we scoren, want als de één een calvinistische 7 geeft kan die wel eens dezelfde waarde hebben als de 8,5 van een ander. Dat stemmen we goed af en is erg leuk.
Meestal weet ik halverwege een boek of het op de longlist hoort of zelfs nog verder kan komen. De meeste boeken zijn de moeite waard maar heel soms lees ik een boek niet uit. Dan weet je genoeg.
Waar ik me aan stoor? Nou, een boek zonder bronnen en voetnoten, zonder verwijzing naar gebruikte en andere interessante literatuur haalt niet snel de longlist.
De longlist wordt in februari vastgesteld en bekend gemaakt.
Wat gebeurt er daarna?
Daarna komen we tot een shortlist van vijf titels. Belangrijk is dat prijswinnende boeken echt vernieuwend zijn. Ze moeten aansluiten bij the state of the art. Doordat we vaak Amerikaanse boeken en studies lezen, van onderzoekers van bijvoorbeeld Harvard en MIT tot aan prijswinnende boeken, hebben we een goede benchmark.
De helft van de juryleden schreef zelf al een of meerdere boeken. In de jury hebben we uiteenlopende expertises verenigd. Zo is Louis Thörig verbonden als master- en bachelorthesisbegeleider aan de vakgroep Organisatiewetenschappen aan de VU en expert op het gebied van communicatie, is Nora Ghaoui strategieconsultant en expert op het gebied van innovatie, Peter Streefkerk inkoopmanager en expert op het gebied van online, verzorgt Liesbeth Tettero trainingen in de publieke sector en is Mirella Visser een bevlogen pleitbezorger van vrouwelijk leiderschap en inclusief leiderschap. Met recht een divers team.
Waarom Fantoomgroei?
Dit jaar kozen we Fantoomgroei van Sander Heijne en Hendrik Noten als het beste boek terwijl je ook kunt zeggen dat het eigenlijk helemaal geen managementboek is! Toch waren we unaniem. We waren het helemaal eens: elke leidinggevende zou dit boek moeten lezen, moeten nadenken over de vraag waar we mee bezig zijn.
Juist in een tijd van corona, van een klimaatcrisis, van onrust en onzekere tijden zou iedere manager, iedere leidinggevende zich de vraag moeten stellen hoe groei mogelijk is maar dan ánders. Daar gaat het om. Heel actueel. Dit boek geeft het juiste duwtje naar het stellen van andere vragen en zorgt dus voor andere gesprekken.
Is er een scheiding tussen wat je voor je werk leest en privé?
Nee, die is er niet. Ik lees altijd. Ik was vorige zomer erg onder de indruk van Denken als een rebel van Matthew Syed, over de kracht van diversiteit in teams. En ook van Het leven gaat verder van Hans Keilson over wat er gebeurde in de jaren ’30 toen in Duitsland armoede ontstond.
Vaak pik je dingen uit boeken op, zonder dat je nog weet uit welk boek dat was. En als je dan een boek er weer even bijpakt of zelfs herleest, dan weet je, o het was uit dit boek. Zo noem ik het stapeltje boeken dat nog gelezen moet worden altijd mijn Tower of Guilt. Blijkt dat ik dat woord eens las in een column van Kees de Jong.
En ja, het boek dat elk jaar meegaat op vakantie is het Verzameld Werk van Willem Elsschot. Handig ook, alle verhalen van de meester bij de hand!
Vanwaar deze verrassende keuze?
Die verhalen zijn zo’n honderd jaar oud, maar ze lezen nog zó lekker. Zo goed geschreven. Kort. Helder. Grappig. Ik was pakweg 17 toen ikLijmen (1924) en Het been (1938) voor het eerst las. Ze gaan over Boorman, de geslaagde en geslepen zakenman, en zijn onzekere medewerker Laarmans.
Vorig jaar besefte ik me tijdens het herlezen dat deze boeken mede mijn beeld bij het begrip ‘verkopen’ hebben gevormd. Zoals de hoofdrolspelers inspelen op de ijdelheid van de mens om iets te kunnen verkopen, brrr. Daar wil ik dus niet aan meedoen. In ons werk als adviseurs hebben we veel te bieden maar ik hoef niet per sé iets te verkopen, zoals Boorman.
Wij werken met mensen en teams die iets willen bereiken en daar zelf hulp bij zoeken. Ik benader een intake met een klant dan ook eerder als het voorbereiden van een kickoff meeting dan als een pitch. Een goede adviseur kan je helpen anders te kijken, om te versnellen, te verbinden, maar ook om fouten te voorkomen.
Doen stijl en inhoud er in gelijke mate toe?
Een boek moet lekker lezen. Dat begint al bij de openingszin. Die moet je het verhaal inzuigen. Daarom geen zwaarmoedig gedoe aan het begin van een boek, zo van ‘We leven in tijden van onzekerheid en crises, alles verandert, …’
Ik wil een zin die verrast en jou onmiddellijk middenin het verhaal trekt. Vervolgens moet een boek goed in elkaar zitten, zoals collega jurylid Liesbeth dat zo mooi zegt.
Welk boek zou je redden als er brand uitbreekt?
Geen twijfel: Lijmen en Het been. En ook De diamant van Harry Mulisch. Deze boeken las ik voor het eerst toen ik 17 was. Ze kwamen toen echt bij me binnen.
Managementboek van het Jaar
Meer over de verkiezing Managementboek van het Jaar vind je via deze link.